Dat de eigen bewegingen der vaste sterren inderdaad hare eigene bewegingen waren, m.a.w. dat iedere ster, los van de andere, zich in de ruimte voortbewoog, werd algemeen aangenomen, tot nu onlangs — in de voorlaatste algemeene vergadering van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, was dit het onderwerp zijner rede — prof. KAPTEIJN te Groningen, tot het besluit kwam dat wie zoo geloofden dwaalden. Volgens hem moeten zij worden gescheiden in twee »stroomen«, die ten opzichte van elkander zich bewegen. Deze theorie werd in een laatstelijk der Royal Astronomical Society aangeboden verhandeling door den heer A. S. EDDINGTON getoetst aan de eigen beweging der sterren, die voorkomen in de Greenwich Groombridge Catalogus. Wat hij vond bevestigde haar ten volle: in elk der beide stroomen beweegt iedere ster zich individueel op hare eigene wijze ten opzichte van het stelsel van assen, dat bij dien stroom behoort, (maar dit stelsel zelf beweegt zich in zijn geheel met een bepaalde snelheid, in een bepaalde richting.