1867
Mededeelingen omtrent de flora van Amsterdam
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 16 - Issue 1 p. 289- 301
„Over den smaak geen twisten” zegt het spreekwoord. En, zou het gewaagd zijn, het naar de letter te nemen — trouwens van welk spreekwoord geldt dit niet? — waarheid behelst het zeker. Inderdaad, weinig dingen zijn er, waaromtrent zóóveel verschil van gevoelen bestaat, als voorworpen van smaak; weinig dingen ook, die ’s menschen verdraagzaamheid op eene zwaardere proef stellen dan zij het doen! Gij, waarde lezer, geraakt misschien in verrukking over een Engelsch park met geschoren grasperken, met paden, waarop elk onkruid, dat het waagt er het eerste levenslicht te aanschouwen, onmiddellijk wreedaardiglijk gesmoord wordt. Gij staat misschien opgetogen voor een bed azalea’s, wier bladeren als ’t ware allen in bloemen veranderd zijn, of voor een viooltje, wiens stengel bijna bezwijkt onder het gewicht van ééne enkele bloem. Wat mij betreft, ik gun U die verfraaide natuurgewrochten en ik gun de medailles aan hen, die ze aldus hebben toegetakeld. Maar gun gij mij weerzijds den heerlijken aanblik van een dennebosch vol paddestoelen! Is het misschien dat gij er heer over zijt, laat het toch niet omhakken om er viooltjes en azaleas in te kweeken! Heeft het noodlot u met een tuin bevoorregt, och, laat in een hoekje het onkruid staan en welig opschieten, geef mij verlof er mij van tijd tot tijd te verlustigen in het gezigt van doove netels, wier witte bloemen behoorlijk door groen zijn afgewisseld, van viooltjes wier bloemen in zedige proportie tot stengel en bladeren staan. Gij moogt monsters kweeken zooveel ge wilt, ik zie ze liefst niet anders dan zóó als moeder Natuur heeft goed gevonden ze ons te geven. Wat is wel de oorzaak van dat verbazend verschil in smaak? We zijn toch beiden menschen. Hoeveel hebben we niet met elkander gemeen! We lezen dezelfde couranten, dezelfde maandschriften. Beiden verontwaardigen we ons over dezelfde „motio’s”, beiden verheugen we ons over dezelfde „politieke nederlagen.” Ja, wat is er waaromtrent we het niet eens zijn, behalve .... die azaleas en die viooltjes! Op dit punt zijn we geslagen vijanden. Gij hebt geen gevoel voor mijne paddestoelen, en was het niet om mijnentwil, ge schoptet ze om nog vóór ge ze ziet. Wat mij betreft, ik ben te beleefd om tegen uwe azaleas uit te varen, maar ze te prijzen, neen waaldijk, dit verbiedt mij de opregtheid. Welk een verschil in smaak!
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
F.A. Hartsen. (1867). Mededeelingen omtrent de flora van Amsterdam. Album der natuur, 16(1), 289–301. |
|