De baobabboomen behooren tot de familie der Malvaceae; de meest verbreid voorkomende en meest gecultiveerde soort is de Adansonia digitata. De geslachtsnaam is afgeleid van Adanson, den Franschen natuuronderzoeker, die het eerst van de hoofdsoort een goede beschrijving gaf. De boom is inheemsch in Afrika, maar komt daar niet overal voor; West-Afrika schijnt de bakermat te zijn, van waar uit de verspreiding naar het oosten en het zuiden heeft plaats gehad. In het wild groeit hij vooral in streken met dorre zand- of steenachtige gronden, zich tot nabij de woestijnen uitstrekkende; in de woestijnen zelf, in de oerbosschen en in de lage kustlanden treft men hem niet aan. A. Chevalier vermeldt dat de Adansonia digitata veel in Senegambië voorkomt, maar steeds in kleine groepjes; volgens Monteiro zou hij in Angola in groote hoeveelheden gevonden worden. Ofschoon tot de tropen behoorende, groeit hij ook in het subtropisch en gematigd warme gedeelte van Zuid-Afrika. Volgens H. Baillon e. a. zijn bepaalde soorten eigen aan Madagascar, terwijl één soort in noordelijk Australië zou voorkomen. In gecultiveerden staat vindt men hem, ofschoon slechts in geringe hoeveelheden, over het grootste gedeelte van Afrika en de omringende eilanden. Naar andere streken is de A. digitata slechts weinig overgebracht; hier en daar wordt hij in Voor- en West-Indië aangeplant; in N. O.-Indië komen slechts enkele exemplaren voor.