Tusschen de Geldersche heuvels en de Hollandsche duinen bestaat, zoowel in vorming als in uiterlijk, een groot verschil. De eersten zijn gevormd uit het gruis van de naaste gebergten, dat in een zeer lang verloopen tijdvak, in den zoogenaamden ijstijd, door de werking van ijs en water op den bodem eener voormalige zee werd opeengestapeld, de laatsten bestaan evenzeer uit het fijn verbrokkeld gruis van gebergten, doch dat door de zee aangespoeld en door den wind verder landwaarts ingestoven is, eene werking die nog heden ten dage met dezelfde kracht als vroeger in ons land plaats heeft. Van verre gezien vertoonen de Hollandsche duinen zich hooger dan zij zijn, doordat zij meer of min steil boven de vlakke weilanden oprijzen en, in hun zeer afwisselend gebogen omtrek, de lijnen van een ver afgelegen gebergte dikwijls treffend worden nagebootst. — De Geldersche heuvels daarentegen hebben meest uitgestrekte, zwak hellende glooijingen ¹, die allengs in het omliggende land overgaan en daardoor eene grootere eenvormigheid in het landschap brengen.