Naar aanleiding van het berigt over de vorming van hybride planten door enting, op blz. 70 van het Wetensch. Bijblad, Album der Natuur 1871, kan ik niet nalaten eene opmerking mede te deelen, die ik verschuldigd ben aan den Heer W. J. E. SMISSAERT te Heemstede. Op de buitenplaats Oosterhout, door genoemden Heer bewoond en tusschen den Haarlemmerhout en het Sparen gelegen, bevindt zich een zeer oude bontbladige eik, wiens stam door een zware klimopplant nauw is omsloten en daardoor zigtbaar in zijne ontwikkeling is belemmerd. — Deze klimop heeft, naar alle waarschijnlijkheid, door haargroei op den eik, diens bontbladigheid overgenomen. — Hoewel het, wegens den hoogen ouderdom van beide gewassen, niet is uit te maken of de klimop oorspronkelijk groenbladig is geweest, is dit toch wel te denken, daar de bonte klimop zich, zoover ik weet, zelden tot zulke krachtige exemplaren ontwikkelt. — In elk geval acht ik de opmerking belangrijk genoeg om tot nadere proefnemingen op te wekken, die welligt eenig nieuw licht zullen werpen op het vraagstuk van het bont worden der bladen. —