Ouze verhevenste gedachten, onze edelste stemmingen ontstaan als wij alleen zijn met de natuur, alleen tegenover de wijde wereld. In het geheimzinnige bosch, op de toppen der heuvels gevoelen wij dat wij ook een eigen, zelfstandig leven, eene eigene persoonlijke vrijheid hebben, voor wier ontwikkeling wij hebben geleden en gestreden, en welke beiden niet kunnen tieren, als niet orde en gezag de maatschappij in stand houden. Peinzend over de lotswisselingen der volken, treurend over hunne verblindheid, maar in de vaste overtuiging dat ieder mensch, zoo hij slechts wil, persoonlijk vrij en gelukkig kan zijn, slaan wij den weg duinwaarts in, om op de blinkende heuvels ruimer adem te halen. Die weg is door heideplanten en door de brem met hare groote gele vlinderbloemen omzoomd. Weldra bereiken wij de eerste hoogte. Een breed boschrijk dal slingert tusschen de hooge duingroepen zuidelijk naar den kant van Egmond, noordelijk naar de hoogste duinen bij Schoorl, waar het duin wel een uur gaans breed is en het dal in een groot, zeer dor en stuivend bekken eindigt.