Een kale zandwoestijn ligt achter ons. Tusschen de kolossale ijzeren tralies van de ratelende en dreunende IJsselbrug zien wij omlaag als in een liofelijk dal, een blaauwen stroom met vriendelijke groene oevers. De oude rijks- en hansé-stad Zwolle ligt voor ons. ’t Is als zijn we in een ander land, onder een ander volk. Nog altijd zweeft hier eene herinnering aan de Saliërs, den beroemden Frankischen stam, die zijn ridderlijken en hoffelijken aard aan het Fransche volk heeft nagelaten, en die op zijn geheimzinnigen togt naar het Zuiden, onder de bescherming van JULIANUS, een wijl in Nederland heeft vertoefd. Salland heette dit gebied, het westelijk deel van het tegenwoordige Overijssel, van Zwolle tot digt bij Deventer, waar de gouw Hamaland begon.