Aan liet laatste gedeelte van mijn opstel, dat gewijd is aan het voordeel, hetwelk de luchtvaart voor de kennis van den dampkring heeft opgeleverd, zou ik zeer gevoegelijk het opschrift kunnen geven: »hooggespannen verwachtingen teleurgesteld.” In den aanvang toch was iedereen ten volle overtuigd van de groote vorderingen, die men op natuurwetenschappelijk gehied van de nieuwe kunst verwachten mocht. Zij zou het ontstaan der wolken en de vorming van regen, hagel en sneeuw verklaren; omtrent den oorsprong der winden, het wezen van elektrische en magnetische verschijnselen en hetgeen verder in de meest duistere schuilhoeken der natuur verscholen was, zou zij een helder licht verschaffen. De sterrekundige, verlost van den storenden invloed der dampen op zijne waarnemingen, zou boven de wolken zijn kijker op de hemellichamen kunnen richten, om hunne plaats nauwkeurig te bepalen en hunne beweging te volgen. Het nuchtere woord van FRANKLIN verwekte op zijn minst genomen verbazing, toen hij een opgewonden vriend der luchtvaart, die reeds in de eerste dagen over de mogelijke gevolgen wilde uitweiden, antwoordde: »hedaar mijn vriend, het kind is pas geboren”, en verontwaardiging zou zonder eenigen twijfel den man ten deel gevallen zijn, die in 1783 had durven gissen, dat een geacht Engelsch natuurkundig weekblad (Nature) naar aanleiding van den honderdsten verjaardag der jonggeborene verklaren zou: »de wetenschappelijke luchtvaart verkeert nog geheel in de dagen harer kindsheid.” Zulk eene eeuwigdurende jeugd, wie vond haar in 1783 niet belachelijk?