Aan den arbeid van LÉON BRAULT, beault, den franschen commandant bij de marine, die den 27sten Augustus 11. aan eene langdurige leverziekte overleed en in wien de meteorologie eenen verdienstelijken beoefenaar verloor, wijdde E. DURAND-GRÉVILLE een woord van hulde in de Révue Scientifique. Hij deelt mede dat BRAULT, na zijne opleiding aan de École polytechnique, bij de zeedienst ging en pijnlijk aangedaan, omdat op de fransche schepen steeds engelsche of nederlandsche windkaarten moesten worden gebruikt, het als zijne levenstaak beschouwde op dit gebied de eer van zijn vaderland op te houden. Veel moeite was er noodig, voordat hij zijne windkaarten gereed had, die tusschen 1875 en 1883 werden uitgegeven. Uit 45000 scheepsjournalen werd in verschillende fransche havensteden door hem zelven en de ter zijner beschikking gestelde helpers samengelezen hetgeen bruikbaar was. Niet minder dan 680 000 waarnemingen omtrent de richting, de opeenvolging en de kracht van den wind op verschillende plaatsen van den noordelijken Atlantischen oceaan leverden hem de bouwstoffen voor zijne windkaarten van die zee. Daarop gaf hij een overzicht van het gemiddelde aantal malen, dat de zestien voornaamste winden waaien in ieder vierkant van 5 graden voor ieder tijdperk van drie maanden. De gemiddelde kracht dier winden werd ook medegedeeld, hetgeen op vroeger bestaande kaarten het geval niet was. Deze kaarten vervaardigde hij ook voor andere wereldzeeën. Wegens het groote belang voor de zeevarenden heeft deze arbeid reeds blijvende verdiensten. Bovendien bracht hij belangrijke uitkomsten aangaande de verdeeling van de luchtstroomingen over den genoemden oceaan aan het licht. Aan BRAULT heeft men b. v. de wetenschap te danken, dat zich ’s zomers in het gedeelte van den Atlantischen oceaan tusschen Gibraltar en Florida een maximum van drukking bevindt, terwijl het zich ’s winters meer naar Afrika verplaatst.