Weinig mensehen hebben gedurende het jaar 1885 in zóó hooge mate de algemeene aandacht tot zich getrokken als dr. FERRAN in Spanje. Geen week ging voorbij, waarin de nieuwsbladen in de verschillende landen der beschaafde wereld zijnen naam niet meer dan eens noemden. Toch heeft hij het niet zoover gebracht, dat hij de held van den dag werd; voortdurend kwamen de jobstijdingen omtrent de noodlottige gevolgen der cholera uit Spanje tot ons, de ellende uit Granada en andere zwaar geteisterde plaatsen werd met de schrilste kleuren geteekend, en geen enkel tafereel maalde ons den ontdekker der inenting tegen de cholera als den man, voor wiens bezit de ter neergeslagen bevolking den Hemel dankte, omdat zijne komst moed en hoop wekte, waar deze verstorven waren. Togen de mogelijkheid eener inenting tegen de cholera valt niets in te brengen. PATERUR had den weg afgebakend en gebaand; zijne onderzoekingen omtrent kippencholera, miltvuur bij schapen en varkensziekte zijn algemeen gewaardeerd; aan de door hem medegedeelde feiten omtrent de inenting als een voorbehoedmiddel tegen hondsdolheid twijfelt niemand. De uitkomsten van zijnen arbeid wettigen de verwachting, dat men voor elke ziekte, waarvan eene bepaalde soort van bacillen de oorzaak is, in eene inenting met op de eene of andere wijze gekweekte bacillen een voorbehoedmiddel vinden kan.