»In liet leven der oostaziatische volken spelen deze rousachtige grassen eeno zóó veelzijdige rol als geen enkele plantengroep, met uitzondering der palmen misschien, ergens anders doet. Met eenen bromtol van bamboes vermaakt zich het kind; in zijn huis van bamboes komt de volwassene er elk oogenblik mede in aanraking; hij gaat over eenen vloer, die uit bamboesstengels samengesteld en in verscheidene streken mot bamboesbladeren of matten van dezelfde plant afkomstig bedekt is; wanneer hij zit of ligt, zijne rustplaats is van bamboes gemaakt, ja slapende strekt hij zijne vermoeide leden dikwijls op matrassen en kussens uit, die met bamboesvezelen gevuld zijn (China). Aan eene tafel van bamboes eet hij met stokjes en een mes van dezelfde stof de jonge loten, die in verschen toestand een voedzaam en smakelijk gerecht opleveren, eenigszins op onze aspergies gelijkende; elders worden zij gedroogd of ingemaakt gebruikt. Water en ook saké drinkt hij uit eenen beker van bamboes, waaraan het stevige tusschenschot als bodem dient. Thuis worden bezigheden van den meest uiteenloopenden aard met werktuigen van bamboes uitgevoerd; het vuur wordt er mede aangemaakt en aangeblazen; water en voedingsmiddelen worden er in gehaald, gekookt en bewaard; op stukjes bamboes of op daaruit vervaardigd papier wordt geschreven; allerlei muziekinstrumenten, waarmede men zich in den vrijen tijd bezighoudt en waaraan welluidende en zeer onwelluidende tonen worden ontlokt, zijn van bamboes gemaakt.