Dank zij de plaats, waar zij uitgesproken werden, hebben de woorden van den »geachten afgevaardigde uit Middelburg” (thans uit Amersfoort) over de inentingen tegen de hondsdolheid in eenen uitgebreiden kring weerklonken. Wanneer zij nog iets meer bewezen dan dat de woorden van den heer KEUCHENIUS zich somtijds meer door veelheid dan door diepte onderscheiden en dat het dien heer soms minder aan praatzucht dan aan ernst ontbreekt, dan was het dit, dat kennis van nauwkeurige cijfers voor alle belangstellenden wenschelijk was. Dr. GRANCHER, de trouwe rechterhand van PASTEUR, heeft deze behoefte erkend en daarom in eene redevoering op de hygiene-tentoonstelling een overzicht gegeven van hetgeen in zaken der hondsdolheid verricht en verkregen was. Op 10 Juli l.l. waren 1335 personen ingeënt. Deze worden in vier groepen gerangschikt.