Werd hier in een vorigen jaargang medegedeeld, dat in 1890 op den top van den Mont-Blanc waarnemingen met den spektroskoop waren gedaan, in 1891 is er meer gedaan om in het gebied der eeuwige sneeuw waarnemingen te kunnen doen. Pogingen zijn aangewend om op den top van den reus een blijvend gebouwtje neer te zetten, waar binnen beschutting tegen de elementen kan worden gevonden, wanneer deze den strijd onmogelijk maken. In de ijslaag, die als een muts den eigenlijken top van den vasten rots overdekt, is door een zwitsersch ingenieur IMFEL een horizontale tunnel gegraven, en van daar uit zijn op verschillende punten zijgangen door het ijs geboord. Hoewel de lengte van deze gangen in het geheel 46 M. bedraagt, heeft men nergens grond gevoeld; het denkbeeld om een klein observatorium te bouwen, dat op de rotslaag gegrond is heeft JANSSEN daarom opgegeven. Voordat de werkzaamheden in 1891 werden gestaakt, om in het volgend jaar te worden voortgezet, is er echter op een fraaien Septemberdag nog eene kleine hut opgericht, stevig in de verharde sneeuw bevestigd en gedeeltelijk daaronder bedolven. Komt men nu in 1892 terug, dan zal deze hut inlichtingen kunnen geven omtrent de beweging in de ijskorst gedurende den winter en , door die inlichtingen geleid , hoopt men dan een grooter gebouw te plaatsen, waarvan de benedenverdieping ook geheel onder de sneeuw zal zitten.