1896
Wanneer eene kaarsvlam uitgaat
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 45 - Issue 1 p. 25- 28
Het was op een avond in September, waarop de vensters niet meer konden openstaan, omdat de zomersche avonden tot het verledene behoorden. De petroleumlamp liet haar licht schijnen door de kamer, maar verflauwde reeds vóór het midden van den avond. Toch had men niet vergeten de lamp te vullen en was de vlam dus op een afstand kleiner dan 15 cM. van de oppervlakte der olie. Ook de pit verkeerde in voldoenden staat. De zaak was onaangenaam. In figuurlijken zoowel als in wezenlijken zin zaten wij op half licht, totdat één in den kring de opmerking maakte, dat alle deuren en het gat in den schoorsteen dicht waren en dat de lamp misschien niet genoeg versche lucht had. Sterk twijfelende aan den goeden uitslag van zijne poging, zet men eene deur open; het middel bleek probaat, de vlam werd helder en bleef helder schijnen tot aan het eind van den avond.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
G. Doijer van Cleeff. (1896). Wanneer eene kaarsvlam uitgaat. Album der natuur, 45(1), 25–28. |
|