Algemeen en sinds lang bekend is het feit, dat, wanneer men water voorzichtig uitgiet over eene sterke oplossing van eenige stof in water (b.v. over eene strooperige oplossing van suiker), de opgeloste stof zich langzamerhand naar boven door de geheele vloeistof heen verspreidt. Uit den lateren tijd zijn mededeelingen afkomstig, dat iets dergelijks gebeurt bij twee metalen, waarvan het metaal met het grootste soortelijk gewicht zich onderaan bevindt, en dat dit gebeurt bij metalen zoowel in den vasten als in den vloeibaren toestand. O. a. zulke verschijnselen waren het, die den genialen J. H. VAN ’T HOFF aanleiding gaven om te spreken over vaste oplossingen en diffusie daarbij ( Wetensch. Bijblad 1890, 80). Over verflauwing van grenzen zou men kunnen klagen, wanneer er niet uit bleek, dat de grenzen onrechtmatig waren getrokken geweest. Over nieuwe bijdragen van W. SPRING, waaruit doordringing van vaste metalen in elkander en verdamping van vaste metalen duidelijk werden vastgesteld, werd verleden jaar in het Album gesproken (Wetensch. Bijblad, 76).