Het golvende graan, goudgeel van de rijpe korenaren, is sinds lang verdwenen van den akker; het geluid van den dorschvlegel, waarmede de korrels uit de droge vruchtwanden worden bevrijd, is weggestorven; de molenaar van het dorp heeft de tarwe gemalen en gebuild; de bakker heeft aan het meel zijne kunst ten koste gelegd en het smakelijk brood staat op de ontbijttafel. Misschien stemt dit den een of ander er toe een oogenblik te luisteren naar de vraag, wat er met het meel gebeurt, wanneer daarvan brood gebakken wordt. Wat is tarwemeel? »Een dwaze vraag” wil iemand misschien antwoorden, »tarwemeel is tarwemeel, zooals suiker suiker en zooals zout zout is.” Hierop zou mijn wederwoord zijn: ja, suiker is suiker; het gewone keukenzout daarentegen is niet enkel zout, maar een mengsel van zout als hoofdbestanddeel en van kleine hoeveelheden van bijmengselen; nog minder is tarwemeel ééne enkele stof, het is een mengsel van een groot aantal stoffen.