Kwarts is de algemeene naam voor eene groep van gesteenten, waarvan sommige ook in ons vaderland overvloedig voorkomen. Het duinzand en het zand van de Veluwe bestaan uit kwarts, de kiezelsteenen (bepaald de witte) bestaan er enkel uit; het fraaie bergkristal, waarvan vrij kostbare sieradiën worden vervaardigd, is eene doorschijnende en kleurlooze soort van kwarts, terwijl agaat en amethyst gekleurde soorten zijn. Van zulk eene soort van kwarts, van bergkristal namelijk, worden draden getrokken zóó dun, dat een fijn haar een dik kabeltouw is, wanneer beiden zóó sterk worden vergroot, dat de draad de dikte van bindgaren kreeg, en dat honderd kwartsdraden tot een bundel samengevlochten te zamen de dikte zouden hebben van een enkelen draad uit den cocon van den zijdeworm. Deze dunne draden zijn dan bijzonder sterk; bedraagt de middellijn 1/200 van een m.M., dan draagt hij met gemak een gewicht van 177 m.G. Hoe dun zij kunnen worden, is onmogelijk te zeggen, daar zij zoo dun gemaakt zijn, dat een mikroskoop niet duidelijk maakt waar de draad ophoudt. Eene middellijn van 1/4000 van een m.M. is stellig geen grens, die men niet overschrijden kan. Dit een stuk bergkristal, dat de grootte van eene walnoot heeft, zou men draden van de zoo even genoemde middellijn kunnen maken, die men zes à zeven maal rondom de aarde zou kunnen slaan.