FRÉMY en VERNEUIL hebben weder grootere robijnen gemaakt dan vroeger, zoodat zij thans het doel naderen, hetwelk zij zich van den beginne af hebben voorgesteld, namelijk de beantwoording der vraag, of juweliers en horlogemakers even goed de kuristrobijnen als de in de natuur gevonden robijnen zullen kunnen gebruiken. Zij hebben nu stukken , die 0.075 Gr. of meer dan 1/3 van een karaat wegen. Een bekend juwelier heeft daarom hun robijnen in den rozetvorm laten slijpen en in goud gezet. De groote vraag is of het kunstprodukt hard genoeg is; de uitdrukking, » dat de hardheid vergeleken kan worden met de der natuurlijke robijnen”, klinkt minder stellig dan hetgeen vroeger werd gezegd, namelijk dat de hardheid gelijk was. De grootere omvang der robijnen is het gevolg van talrijke veranderingen in de bewerkingen. In plaats van zuivere aluinaarde wordt thans aluinaarde gebruikt, die met een weinig koolzure potasch is vermengd; de chroom- en potaschhoudende aluinaarde wordt thans niet meer met het baryumtluoride vermengd, zoodat de werking alleen door middel van gasvormige fluoorwatevstof plaats hebben kan ; vroeger duurde de verhitting een etmaal, nu duurt zij minstens eene week; de kroezen worden niet meer in een cokes-vuur, maar in een met gas verhitte oven gegloeid; eindelijk worden veel grooter kroezen gebruikt, zoodat elke bewerking 3 KG. robijnen geeft.