Voor het meten van hooge temperaturen gebruikte men tot voor korten tijd slechts gasthermometers en thermo-elementen. Met een gasthermometer kon men echter niet boven 1150° C. komen. Een thermo-element kan dienen tot 1500°, maar de aanwijzingen sluiten zich slechts aan die van den gasthermometer aan door extrapolatie eener theoretische formule. Intusschen moet opgemerkt worden, dat de bij relatief lage temperaturen verkregen betrekking tusschen de thermokracht en de temperatuur geldig gebleken is tusschen een verrassend groot interval. Ook heeft de experimenteele meetbaarheid der thermokracht eene grens niet alleen in het smeltpunt der gebruikte metalen, maar ook in de omstandigheid, dat de stoffen, die als isolatoren dienen, bij hooge temperaturen goede geleiders der electriciteit worden. Daardoor wordt de meting der electromotorische kracht bij hooge temperatuur onuitvoerbaar en zoo ontbrak tot dusverre eene bruikbare meetmethode voor het gebied der zeer hooge temperaturen, die aanwijzingen gaf, betrekking hebbende op de schaal van den gasthermometer. Door op geschikte wijze straling van een zwart lichaam te voorschijn te brengen en de wetten daarvan experimenteel vast te stellen, is een weg geopend om dat doel te bereiken.