Door WIEN is aangetoond, dat de zoogenaamde »kanaalstralen« van Goldstein »positieve stralen« zijn. Door middel van een sterk magnetisch veld kan hij die stralen een afwijking geven en bewijzen, dat deze in de tegengestelde richting plaats had van die der kathodestralen. Door meting van de afwijkingen onder invloed van magnetische en electrische krachten kon hij de verhouding tusschen lading en massa e/m, als ook de snelheid der stralen vinden. Voor de maximumwaarde van vond hij 10 4, dat is dezelfde waarde als die van een waterstofion bij electrolyse. Daar deze stralen het meest beloven voor onderzoek van den aard der positieve electriciteit, zoo heeft THOMSON een reeks bepalingen gedaan van de waarden e/m voor positieve stralen onder verschillende omstandigheden.