1890
Lichtverschijnsels in den dampkring Het flonkeren der sterren (Scintillatie)
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 39 - Issue 1 p. 343- 350
Een beschrijving van het nu te behandelen verschijnsel zal wel overbodig zijn, want wie heeft niet op heldere avonden het »lieflijk stargeflonker”, met zijn rustelooze veranderingen in lichtsterkte en kleur, waargenomen. Vooral is het duidelijk bij sterren, welke laag boven den horizon staan. Voor het bloote oog flonkeren slechts de vaste sterren, terwijl bij de planeten geen scintillatie is waar te nemen. Reeds was dit aan ARISTOTELES bekend, en hij verklaart het door aan te nemen, dat onze zienskracht door de overgroote inspanning begint te beven, terwijl de planeten nog op een afstand geplaatst zijn, waarop de menschen gemakkelijk kunnen waarnemen. Deze zelfde verklaring gebruikt PTOLOMAEUS om aan te duiden, waarom de sterren bij den horizon, die schijnbaar verder afstaan, sterker flonkeren dan sterren bij het zenith.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Album der natuur | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Kruseman |
|
H. Ekama. (1890). Lichtverschijnsels in den dampkring Het flonkeren der sterren (Scintillatie). Album der natuur, 39(1), 343–350. |
|