Voor de meeste menschen gaat de dag ongemerkt over in den nacht; evenwel ligt tusschen beide nog eenige tijd, gedurende welken de lichtsterkte al meer en meer afneemt. Bij helder weder begeeft zich omstreeks dien tijd menig wandelaar naar buiten, om nog de laatste stralen der ondergaande zon op te vangen. In den regel wordt dan slechts om het natuurtooneel in de nabijheid der zon gedacht; wat het overig gedeelte van den hemel te aanschouwen geeft, ontsnapt gewoonlijk aan de bewonderende blikken. Maar al is ook de pracht in de nabijheid van de zon het grootst, over den geheelen hemel komen gedurende de schemering verschijnselen voor , die onze aandacht meer dan waard zijn. De volledige verklaring van alle verschijnselen, welke men gedurende de schemering waarneemt, is nog niet gegeven ; ik zal mij dan ook in hoofdzaak bepalen tot het beschrijven dier verschijnselen, in de volgorde, waarin zij zich aan den hemel vertoonen. De voorstelling is evenwel eenigszins gekunsteld te noemen; zelden of nimmer toch zijn alle onderdeelen op één avond waargenomen: als één deel zijn grootste volmaaktheid bereikt, zal een ander deel zóó zwak zijn , dat het aan den toeschouwer ontsnapt.