In het Album der Natuur 1890 biz. 377 heb ik een beschrijving van bovenstaand verschijnsel gegeven, hetwelk zich op het oogenblik, dat de bovenrand van de zon onder den horizon verdwijnt, vertoont. Het bestaat in een blauwgroen lichtkolommetje en wordt door SOHNCKE terecht door de straalbreking in den dampkring verklaard. Zoowel aan de Oostzee als aan de Roode Zee is dit verschijnsel dikwijls waargenomen, maar zoover mij bekend is, niet aan de kust der Noordzee. Op Maandag 10 Augustus met mijn zwager aan het Casino te Zandvoort zittende, trok de prachtige zonsondergang onze aandacht. De lucht was in ’t westen volkomen helder en de zonneschijf scherp begrensd. Deze verdween vrij snel onder den horizon en toen om 7.37 n.m. de bovenrand verdween, zagen wij beiden gedurende misschien geen twee seconden het blauwe vlammetje.