De aardbeving, die in den vroegen morgen van den 17den December des vorigen jaars zich over een groot gedeelte van de Britsche eilanden deed gevoelen en voornamelijk in bet westen van Engeland nog al van beteekenis was, waardoor dan ook op vele plaatsen aldaar eene niet geringe ontsteltenis veroorzaakt werd, ja, hier en daar zelfs een paniek ontstond, nog verhoogd door de intensieve elektrische verschijnselen, die de beving vergezelden, heeft zeker bij velen de vraag weder doen rjjzen, of deze in hare gevolgen in den regel zoo vreeselijke uiting der natuurkrachten dan nooit door een of ander buitengewoon of abnormaal verschijnsel, zij het dan ook slechts enkele minuten of sekonden vooraf, aangekondigd wordt, waardoor toch ongetwijfeld in vele gevallen zeer veel onheil zou worden voorkomen. Evenals de geweldige katastrophe, door welke den lOden Juli 1894 de hoofdstad van het turksche rijk geheel onvoorziens werd bezocht 1 en die aldaar niet minder dan ruim 5000 offers eischte, had ook de jongste aardbeving in Engeland, die, in verhand met de op sommige plaatsen vrij — en aldaar te lande zeker zeldzaam — sterke bevingen, inderdaad buitengewoon gunstig afgeloopen mag heeten ², geheel onverwachts plaats; geen enkel voorteeken, geen enkele waarschuwing ging haar vooraf, ten minste geene, waaruit men met eenige zekerheid eenig naderend onheil had kunnen afleiden. Gelijk vele lezers van dit stukje zich nog wel zullen herinneren, werd in enkele dagbladen melding gemaakt van het door enkele personen ten platten lande aldaar opgemerkte feit, dat de hoenders, enkele oogenblikken vóór de eerste — nl. voor den mensch voelbare — schuddingen of bevingen, een akelig klaaggeschreeuw of juister: klaag; gekakel hadden aangeheven. In hoeverre echter deze en andere dergelijke waarnemingen in onmiddellijk of rechtstreeksch verband staan met het verschijnsel, valt zeker vrij moeielijk te beslissen. Zoo moeten, om ons hier alleen bij de reeds vermelde aardbeving van Constantinopel te bepalen, op verscheiden plaatsen aldaar, eenige minuten voordat de eerste bewegingen van den bodem bespeurd worden, de zwaluwen blijkbaar in grooten angst, hare nesten verlaten hebben, als wilden zij in de lucht het dreigend gevaar ontkomen. Ook zouden op vele plaatsen hoenders en andere kleinere huisdieren van schrik weggekropen zijn en beweerden later zich in zee gebaad hebbende personen, het water, reeds lang vóór de aardbeving plaats vond, opvallend warm gevonden te hebben, enz. enz. Natuurlijkerwijze is het bezwaarlijk voor de absolute waarheid van al dergelijke waarnemingen in te staan, daar men in de eerste plaats volstrekt niet weet, hoeveel eenerzijds van het medegedeelde op feitelijke waarneming berust, hoeveel anderzijds aan fantastische kombinatiën moet worden toegeschreven. Wellicht is het hier de plaats aangaande de zoo vaak beweerde en even zoo vaak weder bestreden voorteekenen, die eene aardbeving, in vele gevallen althans, zouden voorafgegaan zijn, een en ander mede te deelen.