Op den zevenden December des vorigen jaars, te 1 uur 30 minuten ’s nachts, heeft men van het station Aljat van den trans-kaspischen spoorweg uit, eene vulkanische uitbarsting op het kleine, in de Kaspische zee gelegen eiland Glinjany waargenomen, waarbij eene vrij aanzienlijke massa lava werd uitgeworpen. Het eilandje Glinjany ligt omstreeks zeven werst van den oever verwijderd; zijn hoogste punt verheft zich niet veel hooger dan 5 vademen boven den zeespiegel, op welke hoogte zich ook de krater bevindt. De uitbarsting werd voorafgegaan of, wil men, aangekondigd door eenige aardschokken. Uit den krater verhief zich eensklaps eene reusachtige vuurzuil, waarvan zich bij tusschenpoozen kolossale vuurkogels losmaakten. Duidelijk kon men waarnemen, hoe de gloeiende lavastroom uit den krater zich in zee stortte, waarbij zich een dichte damp ontwikkelde, welke evenwel tengevolge van de van den krater en van de gloeiende lavamassa uitgaande hitte, weder spoedig verdween.