In een natuurwetenschappelijk overzicht der te Praag verschijnende »Bohemia” werd onlangs omtrent analogieën tusschen dierlijke en plantaardige organismen het volgende medegedeeld: »Van algemeene bekendheid is het feit, dat zekere planten zich door stekken laten vermeerderen; eene voortplantingswijze, welke in zekeren zin ook in het dierenrijk voorkomt. Er bestaan vele lager georganiseerde dieren, wier deelen, wanneer het geheel door de een of andere gewelddadige oorzaak vaneen gerukt wordt, zich zelfstandig tot nieuwe individuen ontwikkelen. In den laatsten tijd nu heeft men in Duitschland eene hoogst merkwaardige ontdekking gedaan. Alle daar groeiende italiaansche of pyramide-populieren ( Populus italica s. pyramidalis) stammen van één mannelijk exemplaar af, dat uit het oosten geïmporteerd, zich nog in het park te Wörlitz bevindt. Stekken van dezen boom werden overal heen verzonden en zóó zijn eigenlijk alle in Duitschland voorkomende pyramide-populieren één enkel groot lichaam, dat zich feitelijk in vele duizende deelen gesplitst heeft. Nu heeft men in den laatsten tijd waargenomen, dat al deze pyramide-populieren ziek beginnen te worden en langzaam wegkwijnen. Dr. OCHSENIUS vermoedt, en zeer waarschijnlijk terecht, dat de oorzaak van dit merkwaardig verschijnsel moet gezocht worden in het feit, dat — gelijk reeds gezegd — alle duitsche pyramide-populieren één enkel organisme uitmaken en dat zij nu allen, oud geworden, gelijktijdig de kenteekenen van den naderenden dood vertoonen. Professor WITT konstateerde een dergelijk verschijnsel van verval merkwaardigerwijze ook bij de meest gezochte aller rozensoorten en wel bij de bekende la-France-roos.