1868
Olijven en citroenen
Publication
Publication
Album der natuur , Volume 17 - Issue 1 p. 379- 383
De teelt van olijven, oranjeappelen en citroenen wordt in groote volkomenheid uitgeoefend aan de westzijde van de golf van Genua. Volgens een reisberigt van den bekenden landbouwkundige W. HAMM (in de Agronomische Zeitung, 1867, p. 177 en volg.) munt het stadje Mentone in dit opzigt uit. De halvemaanvormige bogten, welke de zee uit de zee-alpen aldaar uitgespoeld heeft, hebben slechts eene smalle strook kustland overgelaten, terwijl talrijke warm gelegene dalen zich landwaarts tot in het gebergte uitstrekken. Al de niet al te steile afhellingen zijn hier bedekt met het graauwgroene loof der olijven (Hollandsche reizigers vergelijken het aanzien der olijfboomen met het ook bleekgroene loof onzer gewone schietwilgen, Salix alba) , terwijl in de warmer gelegene bergkloven en tuinen citroenen en oranjeboomen geplant zijn. Men ziet hier gansche olijvenwouden, die nergens elders op zoodanige wijze voorkomen, als welligt op een enkele plek in Kalabrie en op het vaste land van Griekenland. De olijfboomgaarden in het zuiden van Frankrijk, op de Grieksche eilanden enz. staan tot de olijfbosschen van Mentone als een boomgaard van dwerg-vruchtboomen tot een forsch eiken woud. Het olijvenbosch geeft een statigen indruk. Geen vogel laat er zich hooren. De bodem is geheel van gras ontbloot; slechts de eigenaardig gevormde bladeren van eenige Aronskelken slaan hier en daar in groote hoeveelheid op. Men ziet honderdjarige, ja vele duizendjarige olijfboomen in de zonderlingste, kromgedraaide en knoestige gestalten; boomen, die soms zoo gespleten en uiteengerukt zijn, dat men soms geheele groepen van stammen ziet, 30 schreden in omtrek, welke uit één boom ontstaan zijn. Regte stammen ziet men bijna nooit. Men beweert hier, dat er nog eenige dier oude boomen uit den tijd der oude Romeinen afstammen en die deze boomen ziet, is niet ongeneigd daaraan geloof te hechten. Men weet, dat er onder de olijfboomen van den olijfberg in Palaestina eenigen zijn, welke, volgens de overlevering, daar reeds in den leeftijd van Jezus aanwezig waren en dat er geene reden is om aan die overlevering alle geloof te ontzeggen ¹).
Additional Metadata | |
---|---|
Album der natuur | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Kruseman |
H.C. van Hall. (1868). Olijven en citroenen. Album der natuur, 17(1), 379–383.
|