In het Bulletin de la Societé de Botanique de Belgique VII (1869). p. 320—321 wordt een merkwaardig feit vermeld. De Heer AMÉ DI KNUYT namelijk, voor een dertigtal jaren, in de nabijheid van Ostende turf latende halen uit een onderzeesch veen (tourbière sousmarine), vond daar den bodem beplant met geregelde rijen wijnstokken, sommige zoo dik als het been — en dit in eene streek, waar de druif thans zelden tot rijpheid komt!