Langzamerhand is de strijd geëindigd. De tegenstand, aanvankelijk zoo fel, en van zoo verschillende kanten geboden, is gebroken. De mogelijkheid van eene verzoening der schijnbaar tegenstrijdige meeningen wordt toegegeven. De overwinning, die de natuurwetenschap, door den val der scheppingsleer in haar ouden vorm, behaald heeft, is eene volkomene. De geldigheid der natuurwetten op het geheele gebied der stoffelijke verschijnselen wordt niet meer betwijfeld. Daarmede heeft ook de invloed, dien de natuurwetenschappeljjke methode op andere vraagstukken, met name op die van socialen aard, begon te doen gelden, een onverwachte grootte erlangd. De erkenning van de plaats, die den mensch in de natuur toekomt, beheerscht voor een gewichtig deel de beschouwingen omtrent de betrekking der verschillende menschen tot elkander. Op godsdienstig en maatschappelijk gebied zien wij de gevolgen van de groote omwenteling, die DARWIN tot stand heeft gebracht, even duidelijk, als op dat der biologische wetenschappen.