De botanische wetenschap in ons vaderland leed in de afgeloopen maand een gevoelig verlies door het overlijden van dr. J. K. HASSKARL te Cleve, op den 5 Januari. Duitscher van geboorte en opvoeding, heeft hij zich voornamelijk voor de kruidkunde en de culturen van onze Oost-Indische bezittingen groote verdiensten en grooten roem verworven. Te Kassel den 6 December 1811 geboren, genoot hij zijne botanische opvoeding in hoofdzaak op de kweekerij van den heer WEYHE te Dusseldorf, tot hij op 25jarigen leeftijd, gedreven door zijne bizondere voorliefde voor reisbeschrijvingen en reizen, een aanbod aannam, om met een Nederlandsch koopvaardijschip eene reis naar Java te maken. Hier aangekomen, vond hij weldra plaatsing aan den tuin te Buitenzorg, die toen onder leiding van den bekenden hortulanus TEYSMANN een tijdperk van grooten bloei inging. Aan hem werd opgedragen de rangschikking der gewassen in ’s Lands Plantentuin geheel te vernieuwen en op systematische leest te schoeien, en nog voor korten tijd verklaarde de tegenwoordige directeur, de heer Treub: »Op dit oogenblik nog dankt ’s lands plantentuin in de allereerste plaats zijne wetenschappelijke beteekenis aan de voor een halve eeuw ingevoerde systematische rangschikking der gewassen in den botanischen tuin.” Met deze systematische rangschikking ging natuurlijk de bewerking van een catalogus gepaard, waarvoor wederom het detennineeren der nog zonder of wel onder twijfelachtigen naam gekweekte planten een hoofdvereischte was. Verscheidene jaren heeft HASSKARL aan de vervulling van deze taak gewijd, tot hij in 1843 tot herstel zijner gezondheid naar Europa terugkeerde. Hier bewerkte hij, in rust, de verzamelingen gedroogde planten die hij had medegebracht, een arbeid, waarvan zijne bekende uitgave Plantae Javanicae rariores, adjectis nonnullis exoticis in Javae hortis cultis, descriptae (1848) de voornaamste vruchten bevatte.