De groote, roode zoogenaamde vruchten van Physalis Franchetti zijn sinds enkele jaren zeer in de mode gekomen en in het najaar overal in bloemenwinkels te koop. Het zijn de opgeblazen kelken; daarbinnen vindt men een glinsterend oranjeroode veel kleinere bes, die vol zaden is. Ik heb een stengel met vijf zulke vruchten in een groot cilinderglas gezet, dit met water gevuld, er een plat stuk glas op gelegd en het daarna kalm ruim een jaar laten staan. Weldra trad rotting in; het water werd troebel, de binnenwand van het glas met een bruin vlies bekleed en, als men bet deksel er afnam, ontwaarde men een sterke, zeer onaangename reuk. Ik heb nu het water afgegoten en het glas schoon gemaakt. De kelken zijn in prachtige geraamten veranderd, de bessen zijn er nog in en rood, maar verweekt. Om de rottende massa uit de mazen van het skelet te verwijderen, en vooral om de aanhangende stukken opperhuid weg te nemen, gebruik ik een straal water. Ik zet daartoe aan een kraan der waterleiding een stukje caoutchouc-slang en, nadat ik de kraan heb geopend, kan ik een sterkere of zwakkere straal krijgen, eenvoudig door het uiteinde der buis min of meer toe te knijpen. Zoo kan ik de geraamten geheel schoon maken, zonder iets te bederven. Zijn zij schoon, dan worden ze gedroogd en bewaard. Vruchten van doornappels en allerlei andere vruchten geven eveneens prachtige geraamten. Trouwens de nieuwerwetsche badsponsen of Luffa’s zijn zulke opengespleten geraamten van een tropische komkommersoort Luffa geheeten. De Palmetto-borstels zijn stukken van zulke geraamten uit palmstammen, enz.