Onlangs werden mij door den Heer P. G. DUKER, Notaris te Zuid-Scharwoudeciai, eenige peren zonder pit ter beoordeeling toegezonden. Het was een variëteit, die vrijwel met de bekende hergarnotte-peer overeenkomt, aangenaam van smaak is, maar bij rijpte terstond moet gegeten worden. Zij waren op een boom geplukt, die reeds gedurende 25 jaren en langer zulke vruchten had voortgebracht. Snijdt men ze dwars door, dan is men getroffen door de afwezigheid van klokhuis en pitten. Alle harde deelen ontbreken. Wat den vorm betreft is het klokhuis wel voorhanden en ziet men een kleine vifstralige ster op de doorsnede door het midden der pit. Maar de stralen, hoewel dubbel, omsluiten geen holte en zijn zoo zacht van weefsel, dat er geen reden is om ze vóór het gebruik weg te snijden Een enkele maal is een hokje hol en vindt men er één of twee zwarte pitjes in. Maar deze zijn loos, het is alleen een kleine, zachte leege schil, die ook bij het eten niet hindert.