Ook de wetenschap is onderhevig aan het wisselen der mode. Dit spreekt vanzelf en is ook goed. Elke nieuw opkomende richting heeft aanspraak op een snelle ontwikkeling, om te toonen wat zij vermag en wat van haar te verwachten is. Sommige blijven en worden een erkend onderdeel der wetenschap, andere geraken na korten of langen bloei in het vergeetboek. Geen ontdekking, geen nieuw beginsel kan zonder de medewerking van velen tot zijn recht komen, en de tijd beslist spoedig genoeg, wat goed is en wat niet. Sommige ontdekkingen en sommige denkbeelden duiken twee of drie of meer malen op en soms gelukt het hun ten slotte toch te zegevieren. Met de mode wisselende leerboeken, wel niet zoo snel, maar toch regelmatig. Kort vóór 1870 sloot het voortreffelijke leerboek van Unger de toen heerschende zienswijze af, terwijl bijna tegelijkertijd het leerboek van Sachs een geheel andere, veel vruchtbaarder richting opende, waarin voor meer dan een kwart-eeuw is voortgebouwd. In lateren tijd trachtte de biologie met haar poëtische verklaringen de physiologie te verdringen, terwijl in de allerlaatste jaren een nauwere aansluiting aan de methoden van natuur- en scheikunde de doelmatigheid in de natuur als beginsel van verklaring verwerpt, en den eisch stelt van een zuivere studie der verschijnselen op grond van het verband tusschen oorzaak en gevolg.