Het is een nobel drietal, waarvoor ik een oogenblik de aandacht kom vragen, en wel: de Fluiter, Phylloscopus sibilatrix, de Fitis, Phyll. trochilus, in Groningen Hofzanger genoemd, en de Tjiftjaf Phyll. rufa, in Groningen Tierentijn genaamd, maar die bij onze vogelhandelaars allen drie, zonder onderscheid, genoemd worden kersenpikkertjes en geeltjes. ¹. Allen drie gelijken zeer op elkaar, en hoewel er op de keper beschouwd zekere onderscheidingsteekenen zijn, kan men ze op het eerste gezicht slechts van elkaar onderscheiden door het verschil in grootte. De fluiter is de grootste, op hem volgt de fitis en de kleinste is de tjiftjaf. De heerschende kleur van allen is olijfgroen met geel, bij de eene wat meer grijs, bij de andere wat meer groenachtig. Het zijn kleine vogels met een kleinen snavel en een staart, die maar weinig ingesneden is. Zij leven in het lage hout en broeden op den grond.