“Over den ouderdom, dien de bijen bereiken, is men het niet eens. Het is echter waarschijnlijk, gelijk ook de proefnemingen van eéaximüe aantoonen, dat zij hierin op de overige insekten geéne uitzondering maken, en dat, hoezeer een bijenstok vijf, tien of meer jaren duren kan, het echter volstrekt geen geloof verdient dat de bijen zelve dien leeftijd bereiken, zoo als b. v. Aristoteles meende, volgens wien zij zes of zeven jaar oud wordeii. De koningin leeft langer dan de werkbijen.” Met deze woorden heb ik op eene andere plaats in het kort trachten zamen te vatten, wat mij door vergelijking van de verschillende schrijvers over dit onderwerp bekend was.1) Hierbij is echter niet bepaald aangewezen, hoe oud de bijen worden, wel dat zij niet zoo lang leven als akisïoïet.es meende, wiens gevoelen ook door Virgilius is nagevolgd. Wij willen de woorden uit de Georgica van dezen dichter, om voor al onze lezers verstaanbaar te zijn, uit de vertaling van Delille, hier inlasschen.