Algemeene ontwikkeling wordt, zelfs in onzen tijd van specialiteiten, nog op prijs gesteld. Waarin zou zij bestaan? Zij onderstelt in den mensch, die ze bezit, zedelijke eigenschappen en verstandelijke. Op de laatste zij uitsluitend de aandacht gevestigd. Bestaat zij in de kennis van vele en velerlei wetenschappen? Zeker niet. Dit is het wezen der geleerdheid. Ontwikkeling en beschaving hebben betrekking op een helder inzicht in de grondbegrippen, de methoden, het karakter van de voornaamste wetenschappen. De kennis, die zij onderstelt, is meer van formeelen aard dan van materieelen. Zij draagt een wijsgeerig karakter en dient in de eerste plaats om den verstandelijken horizon te verruimen en om de opvattingen op een bepaald gebied breeder en dieper te maken. Isolement en bekrompenheid gaan dikwijls samen. Wat vloeit uit deze gedachten voort met het oog op populair-natuurwetenschappelijke geschriften? Moeten zij bevatten een tot in bijzonderheden afdalende beschrijving van een bepaald gedeelte der wetenschap, al is dit ook in hooge mate actueel? Het antwoord luidde allicht bevestigend, als men let op de vragen van leeken, die de nieuwste uitvindingen in verschillende vormen op hun weg ontmoeten en er alles van willen weten. Men verwarre echter nieuwsgierigheid niet met wetenschappelijke belangstelling. Wie, met het oog op zijn werkkring, bijzonder belang heeft bij een of ander onderwerp, hij neme een vakblad ter hand. In de populair-wetenschappelijke tijdschriften vinde in de allereerste plaats de beschaafde leek, die algemeene ontwikkeling en verruiming van gezichtsveld beoogt, datgene, wat hij zoekt. In bovenstaande orde van denkbeelden past zeker een beschouwing van aard en karakter der natuurwetenschap, zooals zij zich in de vorming en het gebruik der grondbegrippen openbaren.