Voorbij zijn de dagen van 19—21 April, toen eene groote schaar van deelnemers aan den »vacantie-cursus” in Natuur- en Scheikunde te Amsterdam vereenigd was, genietende van de gulle gastvrijheid, hun in de laboratoria voor Natuur- en Scheikunde aangeboden; — maar niet voorbij is de herinnering. Wanneer ik het waag, van mijne herinneringen en indrukken het een en ander mede te deelen, dan is het omdat het gevoel van dankbaarheid de overhand heeft op het besef van wetenschappelijke zwakheid tegenover de mannen, die ons hebben voorgelicht. Wie zou zich niet klein gevoelen tegenover den wetenschappelijken reus, die als een andere Columbus den toegang tot eene nieuwe wereld van verschijnselen heeft geopend.