Hij, die de naamgever en stichter is geweest van het aangenaam en geëerd emplooi van Maecenas, was een Romeinsch staatsman, in het jaar 8 v. C. overleden. Deze MAECENAS was de vertrouwde raadsman van Keizer Augustus en de vriend en beschermer van HORATIUS en VIRGIULIUS, die beiden hem om zijne wijsheid hoog vereerden, en op wier onsterfelijke werken hij grooten invloed heeft uitgeoefend. Hij was rijk, had gezag, en maakte van rijkdom en gezag een voortreffelijk gebruik. »Weinig personen,« zoo lees ik in eene levensbeschrijving (opgenomen in de Encyclopaedia Brittanica), »hebben hun invloed van grand seigneur uitgeoefend met zoo verlichte edelmoedigheid, met zulk een blijvend gunstig gevolg voor de ontwikkeling der menschheid, en ook met zulk een oprechten eenvoud en hartelijke loyaliteit als MAECENAS.« Ge ziet dus, dat het een groote eer is met dezen Romein vergeleken te worden, en dat men den titel Maecenas eigenlijk niet met geld alleen kan koopen. Indien bijv. een Amerikaansche dollar-koning, die vandaag met duizenden voor zijn university uitgeeft wat hij gisteren met millioenen door trustdwang en ander geweld der burgerij heeft afgeperst, door ’t trompetgeschal der dagbladen tot een Maecenas up to date wordt geproclameerd, dan is daar een luchtje aan van Amerikaansche petroleum, van Amerikaansche reuzel, of van Amerikaansch gezouten vleesch, of van wat dan ook; maar een Maecenas naar ’t klassieke voorbeeld is hij bij lange niet. Wèl is dat geweest de uitnemende Nederlander, wiens leven ik ga schetsen en wiens naam U ongetwijfeld bekend is.