Wie in den laatsten tijd zich eenigszins bewogen beeft op wetenschappelijk terrein, staat verbaasd over de groote hoeveelheid onderzoekingen en ontdekkingen op elk gebied. Het is onmogelijk geworden zich tegenwoordig in alle takken van wetenschap thuis te gevoelen. Geen week gaat voorbij of er wordt eeno uitvinding van meer of minder gewicht gepubliceerd en niet alleen de ontdekkingen volgen elkaar ras op, ook de hypothesen nemen schrikwekkend in aantal toe. Wel hebben deze voor, dat haar kritiek tot nauwlettend onderzoek aanleiding geeft, maar ze hebben tegen, dat ze vaak door dat onderzoek blijken onhoudbaar te zijn en in den tijd, dat dit in vollen gang was, zoo diep zijn doorgedrongen, dat ze als wet worden gehuldigd door eene klasse van menschen, tot wie het bewijs van de onjuistheid nog niet is doorgedrongen. En nu zwijgen we nog van het verkeerd opvatten van eene hypothese, zooals b. v. met die van DARWIN geschiedde. Ook hebben hypothesen in den beginne veel opgang gemaakt zonder dat zij dit verdienden, ja zelfs zijn ze tot wetten verheven zonder door een nauwlettend onderzoek daartoe te zijn geijkt. Vooral op het pas in den laatsten tijd ontgonnen gebied der physische geografie ontstonden begrippen, die later werden verworpen, werden wetten verkondigd, die later bleken dwaalbegrippen te zijn. Wie telt ze, die mislukte pogingen om ettelijke verschijnselen op geografisch gebied te doorgronden, het aantal hypothesen, dat gesteld, de menigte wetten, die verkondigd werden, om straks plaats te maken voor nieuwe, misschien betere verklaringen.