Elk werk vordert een werktuig. Vraag het den metselaar, hij zal u zijn troffel voorhoudon. Vraag het den timmerman, en hij zal u zijne zagen, beitels, schaven enz. toonen. Vraag het welken ambachtsman gij wilt, elk hunner zult gij in het bezit vinden van eenige meer of min eenvoudige of zamengestelde, niet zelden hoogst vernuftig uitgedachte werktuigen, waarmede zij hun werk verrigten, en zonder welke zelfs de geoefendste arbeider niet in staat zoude wezen zich van zijne taak te kwijten. Niet het minst opmerkelijke in de nijverheids-voortbrengselen der tot hiertoe beschouwde dieren is het, dat de voornaamste werktuigen, welke de natuur hun schonk , om zoo veelsoortigen arbeid te verrigten, hun mond en hunne pooten zijn. Wel is waar kan die mond zeer verschillen; hij is gewijzigd overeenkomstig de bepaalde behoefte van het dier, en hetzelfde geldt, hoewel in mindere mate, van de ledematen of pooten.