Indien men de Struisen, de Kasuarissen en den Apteryx, die uit hoofde hunner zeer korte vleugels tot vliegen geheel ongeschikt zijn, uitzondert, alsmede de Pinguins, die hunne zonderlinge vleugels alleen als roeivinnen gebruiken, dan mag men do Vogels in het algemeen ware luchtdieren noemen. Wel is waar bestaan er ook onder de overigen nog graden. Eenigen kunnen langer en sneller vliegen dan andere, doch allen bezitten toch dit vermogen in hooge mate. Van eenigen, b.v. de Fregatvogels, is het bekend, dat zij dagen lang, zonder te rusten, de schepen op den Oceaan kunnen volgen. Omtrent de snelheid der vlugt van sommige Vogels zijn een aantal waarnemingen gedaan. Wij willen er hier eenige van mededeelen.