Misschien herinneren zich sommige lezers nog het kleine opstel, getiteld : Iets over materialisme en materialisten, in verband met opvoeding en onderwijs, door mij geplaatst in den Jaargang 1869, bl. 129. Dit opstel is aan den heer H. TE BRAAKE , R. K. Pr., zoo gevaarlijk toegoschenen, dat hij thans, twee jaren na het verschijnen, de moeite genomen heeft, daarover eene uitvoerige verhandeling te schrijven in de Studiën op godsdienstig, wetenschappelijk en letterkundig gebied, 3de Jaargang , VIII, waarin hij trouwens ook nog het een en ander heeft aangehaald uit mijne in 1857 verschenen Voorwereldlijke Scheppingen en uit het in 1862 gedrukte eerste deel van mijn Leerboek der Dierkunde, alles met het kennelijk doel om mij hij zijne geloofsgenooten verdacht en gehaat te maken, als zijnde iemand die opzettelijk er naar streeft het katholieke geloof te ondermijnen en op de neutrale school dingen te doen onderwijzen, die met dit geloof in strijd zijn. Het eenige wat ik op dezen geheel persoonlijken aanval antwoorden wil, is: dat hij, voor een groot deel althans, gericht is tegen eenen denkheeldigen persoon, die ontstaan is in het brein van den heer TE BRAAKE, ten gevolge van een merkwaardig destillatie-proces, waaraan hij eenige mijner woorden heeft onderworpen, en waardoor er een zin uit te voorschijn is gekomen, die niet door mij bedoeld is, terwijl hij bovendien dingen tusschen de regels leest die er niet staan en ook niet staan moeten.