Misschien zullen velen bij het lezen van bovenstaanden titel groote oogen opzetten en vragen: waar ter wereld moet het heen, wanneer men tegenwoordig niet alleen aan onze jonge dames natuurkennis wil mededeelen, maar zelfs boerinnen aan het mikroskoop zet! De zoodanigen mogen zich voor ditmaal gerust stollen. Hun vrees dat men van de vrouwelijke hersenen al te voel vergt, zal blijken ongegrond te zijn. Toch bevat de titel waarheid. Er is op dit oogenblik namelijk in Frankrijk eene werkplaats, waar boerinnetjes mikroskopische waarnemingen doen. Zie hier wat van de zaak is. Reeds sedert verscheidene jaren zijn de zijdewormen in Frankrijk en in Italië door eene ziekte aangetast, waardoor de voor die landen zoo gewichtige zijde-industrie op sommige plaatsen met volslagen ondergang bedreigd wordt. Men heeft die ziekte pébrine genoemd. PASTEUR nu heeft zich verdienstelijk gemaakt door haar aard nauwkeurig na te gaan. Het is hem gebleken, dat het voornaamste ziekteverschijnsel, dat als het ware de grond van al de overigen is, bestaat in de tegenwoordigheid van kleine lichaampjes, die alleen door het mikroskoop waarneembaar zijn. Die lichaampjes bevinden zich binnen in het lichaam der wormen of rupsen. Zijn zij in groot aantal voorhanden, dan sterven de rupsen voordat zij zich verpopt, dus zijde gesponnen hebben. Is hun aantal geringer, dan verpoppen zich de rupsen nog, en dikwijls komen dan ook vlinders uit de poppen te voorschijn, doch in het lichaam dier vlinders bevinden zich dan dezelfde lichaampjes, en — wat het ergste is — de eieren, die van zulke vlinders af komstig zijn, bevatten reeds de kiemen derzolfde ziekte, welke zich aldus op een volgend geslacht, en wol in toenemende mate, voortplant.