Met de bovenstaande verklaring van Dr. COSTER, waardoor de juistheid der beschouwing van Prof. OUDEMANS in de hoofdzaak erkend wordt, meenen wij de kleine polemiek, waartoe het roode grachtwater te Amsterdam aanleiding heeft gegeven, als geëindigd te kunnen beschouwen. Wij mogen thans veilig aannemen, dat de vrij rond zwemmende, grootere ronde of eironde, lichaampjes infusoriën zijn geweest, die zich met de veel kleinere algen (Merismopedia) gevoed hebben, en daardoor rood gekleurd zijn geworden, terwijl zij, later barstende, hun inhoud in het water verstrooiden. Die naar buiten getreden inhoud kan dan bij eenigen uit de nog slechts weinig veranderde Merismopediacelletjes hebben bestaan. Toch is het duidelijk dat de eigenlijke oorzaak der zonderlinge roode kleuring van het grachtwater aan het ontstaan der zoo even genoemde rood gekleurde algen moet worden toegeschreven, gelijk de heeren OUDEMANS en PLACE terecht beweerd hebben.