Om aan een groot auditorium het bewijs te leveren dat het binnenste, donkere gedeelte eener gasvlam onverbrand gas bevat, bedient zich de heer KARL HEUMANN van den volgenden kleinen toestel. Een omstreeks 30 centim. lange en 6 centim. wijde, rechtop geplaatste glazen cylinder wordt van onderen gesloten met een kurk, waarin twee openingen zijn geboord. Eene dezer openingen bevindt zich in het midden, de andere meer zijdelings. Door de middelste opening in den kurk wordt een glazen buis (de luchtbuis), van 40 centim, lengte en ruim 1 centim. wijd, geschoven, in dier voege dat zij aan het boveneinde des glazen cylinders even uitsteekt boven een metaalgaas, waarmede dit boveneinde bedekt is. Het benedeneinde der luchtbuis wordt door een caoutchoucbuis met een blaasbalgtoestel of met eenen dampkringslucht bevattenden gazometer in verband gebracht. Door de zijdelingsche opening in den kurk wordt een rechthoekig gebogen glazen buis gestoken, die men met de gasleiding verbindt.