Elk weet, dat indrukken, die wij in onze jeugd ontvangen hebben, meer blijvend zijn dan die van lateren leeftijd. De volgende waarneming, door den heer J. POPHAM medegedeeld, schijnt te bewijzen, dat dit ook bij bijen het geval is. Op den 29 October 1873 verplaatste hij een bijenkorf in zijn tuin, toen het reeds geheel duister was, over eenen afstand van 12 yards van de oorspronkelijke plaats waar deze gedurende verscheidene maanden gestaan had. Tusschen de eerste standplaats en de tweede bevond zich een dichte struik of boom, zoodat men van de nieuwe plaats van den korf de oude niet zien kon.