Algemeen houdt men het er voor dat het hout van een des zomers gevelden stam minder deugdzaam is dan dat van eenen die des winters geveld is. Om dit te herkennen bestaat een eenvoudig middel, waarop de heer PRILLIEUX opmerkzaam heeft gemaakt. Gedurende den winter bevatten de mergstraalcellen zetmeel-korrels, die des zomers geheel verdwijnen. Hot is voldoende om over eene versche dwarse sneevlakte een weinig van eene iodium-oplossing te strijken, om te zien of zij al dan niet aanwezig zijn. Bij in den winter geveld hout worden daardoor de mergstralen donker blauw-zwart, terwijl die van in den zomer geveld hout bruin-geel worden ( l'Institut 1875, p. 319).