Dat zij dit kunnen, bewees Sir J. LUBBOCK door de volgende proef. Hij plaatste eene bij in de nabijheid van een weinig honig op een glasplaat, die gelegd was op een blad papier. Telkens kwam de bij terug en nam weder een weinig honig mede om deze naar den korf te brengen. Toen zij die heen- en weer-reis twaalf malen gedaan had, plaatste hij een rood papier waar vroeger het groene had gelegen, en een groen papier onder een andere glasplaat, waarop ook een weinig honig was gebracht. Deze nieuwe glasplaat bevond zich op ongeveer een voet afstand van du oude. Toen de bij terug kwam, vloog zij dadelijk naar den honig boven het groene papier. Toen schoof hij zachtjes de glasplaat met het groene papier en de bij er op naar zijn oude legplaats. Nadat de bij was weggevlogen, verwisselde hij het groene papier met een geel, en plaatste hij het groene wederom op een voet afstands. Nogmaals keerde de bij naar het groene papier terug. Hij herhaalde dezelfde proef vervolgens met een oranje, een wit en een blauw papier. Telkens keerde de bij naar het groene papier terug. Alleen toen zij de keus tusschen dit en blauw had, vergiste zij zich een enkele maal. Hij herhaalde dezelfde proef met andere bijen, die hij eerst plaatste op papieren van een andere kleur, totdat zij aan die kleur gewoon waren geraakt, en bevond dat zij altijd ook naar diezelfde kleur terugkeerden. (Nature, 11 Nov. 1875.)