Deze zonderlinge boom is tot dusver alleen bekend aan de Chagresrivier, en de landengte van Panama. Hij werd in 1866 ontdekt en naar Engeland overgebracht door Dr. SIEMANN. Deze zegt er van: “Wanneer men in een bosch van deze boomen treedt, zoude men wanen verplaatst te zijn in den winkel van een kaarsenfabrikant. Van alle takken hangen lange, rolronde vruchten af van eene gele was-kleur, die volkomen op kaarsen gelijken, hetgeen hem dan ook “palo de velas” (kaarsenboom) heeft doen noemen. De vruchten zijn gewoonlijk twee tot drie voet lang en een duim dik. Men kent van dezen boom twee soorten, Parmentiera pendulas, waarvan de vruchten door de Mexicanen gegeten worden, en Parmentiera cerifera, die tot voedsel voor de talrijke troepen van runderon en schapen dient.