Gedurende een hevigen storm op den 10 September te Sydney, nam de heer RUSSELL, directeur van het observatorium aldaar, waar, dat, blijkens den kom-anemometer van ROBINSON, gedurende een vlaag die twee tot drie minuten aanhield, de wind de buitengewone snelheid bereikte van 153 E. mijlen (246,177 meters) per uur (d. i. 68,4 meters per seconde). Van 12 u. 18 min. tot 12 u. 30 min. s’voormiddags, dus in 12 minuten tijds, gingen 22½ mijlen (36,206 meters) wind over het observatorum, hetgeen eene gemiddelde snelheid van 112 mijlen per uur (50 moters per seconde) aanduidt. ( Nature, 30 Nov. 1876.) Men kan zich van die snelheid eenige voorstelling maken, door te bedenken dat laatstgenoemde ongeveer het vierdubbele der snelheid van een spoortrein hier te lande bedraagt.